Zeer recent kregen we een persbericht van de bisschoppenconferentie. In dit bericht vroegen zij aandacht voor het slavernij verleden. Het is dit jaar honderdvijftig jaar geleden dat de slavernij door Nederland helemaal werd afgeschaft. De herdenking duurt een jaar en begint op 1 juli. De Rooms-Katholieke bisschoppen schrijven in een verklaring ter gelegenheid van deze herdenking: ‘We willen het slavernijverleden onder ogen zien. En we realiseren ons dat de voorsprong in economische ontwikkeling in het deel van de wereld waarin wij leven mede mogelijk werd door slavernij en kolonialisme.’ Naar aanleiding van dit bericht hadden we in de Pastorietuin een ontmoeting met parochiaan Ronald Dongor (71) en we spraken met hem de betekenis van herdenking van ons slavernij verleden.
“We hebben een gedeeld verleden en we moeten samen vormgeven aan de toekomst”
Het onderwerp over ons slavernijverleden, bracht ons onvoorstelbaar veel leed. De bisschoppen schrijven: ..Wij luisteren ook naar de weinige andere stemmen uit die tijd, stemmen van protest en hoop, zoals die van pater Petrus Donders (Peerke Donders) in Suriname die afwijzend sprak over slavernij, en van gelovigen die slaven kochten om ze vrij te laten. In Suriname was pater Petrus Donders een hele belangrijke priester voor de melaatse inwoners. Hij kwam na zijn wijding naar Suriname en heeft toen heel veel goed werk verricht. Inmiddels is hij zalig verklaard en Ronald hoopt dat hij binnenkort Heilig wordt verklaard. Bijzonder is te noemen dat RK Surinaamse geloofsgemeenschap aan de Keizersgracht te Amsterdam elke tweede pinksterdag stil staan bij dit moment. Zij gaan dan op bedevaart naar het geboortehuis van Peerke Donders in Tilburg. “Ik en deze geloofsgemeenschap adoreren hem.” aldus Ronald. Echter komt Peerke Donders nu wat negatief in het nieuws, maar Ronald denkt dat hij een hele goede priester was.
Nu het bericht naar buiten is gekomen over het slavernij verleden in onze katholieke gemeenschap, vindt Ronald dat erg goed. “Het is nu een erkenning en dat onze kerk ook een bepaald slavernijverleden heeft, doet mij goed. Het slavernij verleden speelde zich ook af in mijn moederland. Zo hadden we vroeger heel veel Nederlandse priesters, fraters, paters, nonnen. Zij deden heel goed werk, zoals in het Vincentius ziekenhuis in Paramaribo en dan niet te spreken over de vele katholieke scholen. Maar je moet je wel realiseren dat zij in het kolonialesysteem zaten. Het zijn wel mensen en zij moesten zich op een bepaalde manier gedragen t.o.v. de Surinaamse bevolking en dat werd niet in dank afgenomen.” Wat hij zich wel realiseert is dat deze gewone mensen gewoon goed werk deden. Zo heeft hij, als 16 jarige jongen, van een non keyboard en orgelles gekregen in een internaat. Ronald woonde toen in Moengo en dat ligt in het district Marowijne in Suriname. Het internaat was daar gebouwd om de bosland kinderen op te vangen en daar hun op te leiden voor een vervolgopleiding in Paramaribo of naar Nederland. In dit internaat was ook een hele mooie kapel. “Mijn katholieke geloof werd daar met paplepel in gegeven. “
De 150 jarige herdenking
Nu we op 1 juli a.s. stil staan bij 150 jarige herdenking van ons slavernij verleden, vindt hij dat nu erg belangrijk en zeker voor de huidige en toekomstige jongeren. De achternaam Dongor heeft ook een slavernij achtergrond, want hij denkt dat zijn naam afkomstig is uit het land Ghana. Het zou kunnen dat zijn voorouders uit dit land komen en toen vervoert zijn naar Latijns-Amerika. Hij denkt dat dit zo gebeurt is, omdat hij tijdens de vredesmissie van de VN in Bosnië-Herzegovina geplaatst werd. Aldaar kwamen 58 contigenten van onze wereld bij elkaar, zo ook mensen uit Ghana. “Ik moest toen mijn VN-spullen samen met de Ghanese soldaten ophalen in een depot, zoals een kogelwerende vest,je helm, enz.. Ik kom daar aan en wat zie ik Ghanese legerjassen waarop een naamplaatje op zat met zijn achternaam. Ik zag de namen: Dongor, Dongo en ik zeg gelijk: Moet je kijken! Dit eindigde met de kreet: I think that we are brothers. Door dit moment werd ik helemaal opgenomen in hun activiteiten.” Inmiddels is hij er wel achter gekomen dat hij nooit heeft onderzocht of waar zijn achternaam vandaan komt en dat wordt voor hem nog een nieuwe missie.
De diversiteit van ons land laten zien in de katholieke geloofsgemeenschap.
Op 1 juli a.s. is het Keti Koti Festival in het Oosterpark te Amsterdam. Het ziet er naar uit dat onze Koning daar gaat spreken. Keti Koti betekent: de ketenen zijn verbroken. Toen ik Suriname leefde, was dat voor mij een bevrijdingsfeest. Op deze dag wil ik onder de mensen zijn en wil ik dan in een Surinaamse setting zijn, vieren van deze bevrijding. Sinds de laatste jaren gaat hij ook naar het Oosterpark in Amsterdam om de presentaties, lezingen te horen en te zien, zoals die van vorig jaar van minister Weerwind en burgemeester Halsema. Dit eindigde met de woorden: Change gonna come. Hij is daarom erg benieuwd wat deze uitspraak gaat doen tijdens het komende Keti Koti Festival. Ronald, kijkt erg naar uit.
Tot slot vragen we hem wat hij aan onze kardinaal zou willen mee geven over deze zwarte pagina’s van ons verleden. “Doe veel meer aan inclusiviteit en meer aan integratie. Kijk ook naar de integratie van onze priesters, diakens, de pastorale medewerkers, e.a. en laat de diversiteit van ons land ook zien in onze katholieke geloofsgemeenschap. Ook wij zijn een afspiegeling van de samenleving en dat zie ik nu nog niet veel in onze katholieke kerkprovincie! Wat u aan diversiteit kunt doen, doe het, zoals we ook lezen: Zoekt en gij zult het vinden.” volgens Ronald.
Ronald Dongor maakt zijn statement