De vicevoorzitter aan het woord:
Beste allen,
Graag doe ik een tussentijdse update over hetgeen het bestuur op dit moment bezig houdt. Zoals u heeft kunnen lezen in de laatste berichtgeving vanuit het Bestuur, de vergadering van 14 juni, hebben we in mei een bijeenkomst gehad met alle locatieraden. Onderwerp was: Hoe willen, én hoe kunnen we, voor de komende jaren omgaan met zaken als pastorale zorg in relatie tot de benodigde menskracht, financiën, locaties en vierplekken? Het bestuur is hier al een half jaar mee bezig, en afgelopen mei hebben we voor het eerst de locatieraden hierbij betrokken tijdens een mooie bijeenkomst bij de SFX-kerk. Het was een mooie sessie waarin voor het eerst leden van alle locatieraden – in gemengde groepen door elkaar heen – met elkaar aan de slag zijn gegaan. Ik ben daarbij zelf begonnen met een presentatie met cijfers over de jaren heen hoe het met onze parochie gaat en, belangrijker nog, de directe aanleiding van onze zorgen.
Want wat is er aan de hand?
Als parochiebestuur hebben wij onze begroting ingediend bij het bisdom. Daar hoort ook een vijfjarenplan bij voor het onderhoud van onze kerken. Zoals u weet hebben we dit jaar voor het eerst sinds de oprichting van onze parochie Onze Lieve Vrouw van Amersfoort, positief gedraaid. Echter: er moet nu zoveel onderhoud gebeuren, dat wij de komende vijf jaar, ieder jaar twee- tot driehonderdduizend euro negatief uitkomen. In totaal gaat dit dus over heel veel geld. Waarom dat zo is? Omdat onze kerken onderhoud nodig hebben. En dan gaat het niet over leuke, mooie extra dingen: het gaat bijvoorbeeld over het metselwerk bij klokkentorens dat door regen en wind versleten raakt, wat zelfs gevaarlijke situaties kan opleveren en rottende kozijnen. Dingen die dus écht moeten gebeuren. Het bisdom kan echter niet akkoord gaan met zoveel extra geld dat er komende jaren bij moet voor al het noodzakelijke onderhoud. Zoveel geld hebben zij ook niet; en wij zijn ook slechts één parochie in het bisdom. Ook zij zullen de centen een beetje eerlijk moeten verdelen over iedereen, waarbij ook nog eens behoud van financiën naar de toekomst mogelijk moet zijn. Daarom is een Gebouwenplan nodig. Daarin staat: Hoe gaan wij verder als parochie met onze gebouwen en dit in het licht van de beschikbare financiën? Alleen bij zeer gevaarlijke situaties geven zij nog toestemming voor acuut en minimaal herstel zodat de gevaarlijke situatie opgelost is.
Dat Gebouwenplan is er daarnaast om meerdere redenen nodig. We zitten met steeds minder mensen in de kerk terwijl zo’n kerk naast het zojuist besproken onderhoud ook elektriciteit nodig heeft voor licht en warmte. En daarnaast ook heel veel andere kleinere zaken zoals een koor met betaalde dirigent, boekjes, kaarsen, bloemen, koffie, etc. Alles bij elkaar telt het in de huidige tijd wel op. Het pastorale team wordt steeds kleiner en zij moeten steeds meer locaties bedienen als gevolg van de vele gebouwen. En qua aantal vrijwilligers? Zowel bestuur als locatieraden zitten met de handen in het haar: op werkelijk elk terrein zijn er vrijwilligers tekort.
Voor de beeldvorming: het huidige parochiebestuur bestaat naast pastoor Skiba als voorzitter en mijzelf als vicevoorzitter, uit Juliëtte van den Heuvel als penningmeester en Richard van Berkel voor communicatie. Dat is alles. Het bestuur heeft zeer dringend bestuursleden nodig, want wij kunnen dit niet alleen. Uit deze eerste bijeenkomst is naar voren gekomen dat we redelijk op één lijn zitten over de noodzaak en voordelen van een hechtere samenwerking met elkaar en ook het stellen van prioriteiten wanneer het gaat om vierplekken, op wat voor manier dan ook. We waren het er ook over eens dat onze parochie financieel gezond moet blijven en duurzaam moet zijn. We beseffen daarbij ook dat de pastorale zorg zoals deze er vroeger was, niet meer gerealiseerd zal worden; daar zullen we wel een oplossing voor moeten bedenken. Tot slot is ook benoemd dat we best veel koren hebben ten opzichte van vier locaties. Na een gezellige borrel met elkaar nadien, zijn we uit elkaar gegaan met de belofte dat we in juni samen verder zouden praten en vervolgens daarna ook met de leden van de pastoraatsgroepen.
In juni zijn we wederom bij elkaar gekomen. Deze keer bij de Ansfriduskerk. Ook hier zijn we in vier gemengde groepen uiteen gegaan. Onderwerpen waren deze keer Vastgoed, Vrijwilligers, Financiën en de Behoefte aan pastorale zorg in relatie tot het aantal beschikbare pastoraalteam leden. We zijn daarbij gaan brainstormen in de breedste zin van het woord. De urgentie was duidelijk bij iedereen, alleen hoe nu verder? Alle ideeën tellen mee. Bijvoorbeeld bij Gebouwen: het verhuren van gebouwen om extra inkomsten te genereren. Dit mag namelijk niet zomaar; het zijn gewijde gebouwen. Parochianen zijn gehecht aan hun eigen kerk. Maar waar halen we het geld vandaan voor het onderhoud? Hoe gebruiken we onze ruimtes optimaal? En wat is eigenlijk ‘Kerk’? Is dat het gebouw of is dat onze geloofsgemeenschap: de mensen vormen samen de kerk? Je zou hierbij ook kunnen denken aan: stel dat iedere geloofsgemeenschap zichzelf zou bedruipen: is dat nog mogelijk in deze tijd? Immers: we kunnen wel van alles willen, maar kunnen we de mogelijkheid financieel creëren, qua gebouwenonderhoud en qua vrijwilligers? Nog los van het aantal pastoraal teamleden. Lukt ons dat?
Op het gebied van vrijwilligers hebben we bedacht dat we veel meer moeten gaan samenwerken. Er zou op het gebied van diaconie ook veel meer samengewerkt moeten worden. Denk hierbij ook aan de koren en het ouderenwerk. We zouden in kaart kunnen gaan brengen op welke gebieden we wel en op welke gebieden we minder goed kunnen samenwerken. Echter: samenwerken kost ook meer tijd, vergadertijd. We willen ook niet alle tijd verliezen aan vergaderen. Dat zou jammer zijn. Er is ook bedacht dat elke locatie een lid zou kunnen afvaardigen naar het parochiebestuur. Dat vind ik echt een geweldig idee: we gaan meer samenwerken met elkaar, raken bestuurlijk betrokken bij alles wat er speelt, en we weten van elkaar wat er speelt. Want alleen samen kunnen we dit nog
volhouden. We gaan elkaar versterken, ieder met zijn of haar eigen capaciteiten. Overigens ook de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers en parochianen stijgt steeds meer. Ook dit merken we bij het aantal beschikbare vrijwilligers.
We hebben het ook over financiën gehad. Doelstelling is om in 2028 financieel gezond te zijn. Dat is een wens van ons, maar ook de kardinaal heeft hier een belangrijk woord in. We hebben het gehad over op welke wijze we inkomsten kunnen verwerven. Ook bijvoorbeeld dat we wervingsacties zouden kunnen doen bij calamiteiten, of fondsen oprichten voor bepaalde gebouwenaangelegenheden. We zouden kunnen kijken of we onze beschikbare, niet gewijde ruimtes, tegen een iets commerciëlere prijs zouden kunnen verhuren. En ja, de echt onontkoombare vraag: stel dat we naar één locatie zouden gaan, met z’n allen: waar zou deze dan aan moeten voldoen?
Het laatste onderwerp was de pastorale zorg. De locatieraden en het bestuur zijn niet bezig met pastorale zaken, dat doet het pastoraal team en de parochiebrede pastoraatsgroep; echter het bestuur gaat wel over de bemensing van het pastorale team. Gaan we het nog redden, lukt het de mensen nog wel, blijven ze overeind met al hun werkdruk? Onderliggende vraag is dan ook: wat is de
behoefte van de parochianen; kan dit kleiner geworden team nog wel aan alle behoeften voldoen?
Sommige items kunnen vrijwilligers oppakken. We kunnen ook meer gaan samenwerken met bijvoorbeeld de parochie HH. Martha&Maria; bijvoorbeeld voor de huwelijksvoorbereiding. We zouden met het pastoraal team en de pastoraatsgroepen langs alle sacramenten kunnen gaan: wat mogen vrijwilligers doen en wat moet per se door een priester gedaan worden? Hier zijn wel zeer strenge regels voor. Het blijkt bijvoorbeeld dat het sacrament Ziekenzalving een zeer grote aanslag op de agenda van de pastoor is. Dit mag echter echt alleen gedaan worden door een priester. In tweede instantie door een diaken, daarna een pastoraal werker en alleen in het uiterste noodgeval door een leek die betrokken is bij de liturgie. We moeten gaan nadenken wat we zelf kunnen doen.
We moeten gaan ‘omdenken’. We zullen uit onze oude patronen moeten gaan stappen, wennen aan nieuwe dingen om als parochie overeind te blijven. Bijvoorbeeld dat de priester niet meer naar de mensen gaat, maar dat de mensen naar een priester gaan. Zichtbaarheid van een priester hoort hier als onderwerp ook bij.
Hoe nu verder?
Betekent dit nu dat de toekomstrichting van onze parochie vaststaat? Integendeel: deze gesprekken met de locatieraden zijn pas het begin. We hebben afgesproken dat we een heel jaar lang samen met elkaar hiervoor uit gaan trekken. En samen is meer dan alleen het parochiebestuur en de locatieraden.
Na de zomervakantie, ergens tussen medio en eind september, gaan we verder. We betrekken vanaf dan ook de pastoraatsgroepen bij de discussie. We zullen gezamenlijk de stip op de horizon moeten gaan vastleggen. We gaan een gezamenlijk beleidsplan opzetten: waarbij ‘we’ is: bestuur, pastoraal team, locatieraden en pastoraatsgroepen. Wordt dus vervolgd.
Ik wens jullie allemaal een fijne zomer toe en laat jullie gedachten maar alvast eens gaan!
Angélique Liebens, vicevoorzitter par. Onze Lieve Vrouw van Amersfoort