Zaterdag, 5 juli, was de jaarlijks terugkerende Martinusdag. Er werd mooi weer voorspeld, en dat hadden wij ook wel verdiend. Iedereen werd welkom geheten door de leden van de locatieraad. Om ± 15:00 uur sprak voor het laatst Locatieraadvoorzitter Han van Schagen de aanwezigen toe:
“Beste mensen, beste vrijwilligers, Hartelijk welkom op onze Martinusdag, wat fijn dat jullie er vandaag weer zijn! Maar uiteraard wat fijn dat jullie het afgelopen jaar er weer waren! En ik kan het niet genoeg herhalen: ik ben trots op jullie! Of eigenlijk wij zijn trots op elkaar! Het is mooi om onze Martinusdag ieder jaar te vieren en ondanks mijn vertrek geen reden om deze traditie niet voort te zetten. Het is immers een mooie gelegenheid om elkaar te bedanken voor de inzet, het enthousiasme om de Martinus levendig te houden. Helaas hebben we ook dit jaar weer afscheid moeten nemen van een aantal vrijwilligers en zijn er ook vrijwilligers, die vanwege ziekte hun taak moesten neerleggen en er vandaag alleen in onze gedachten bij kunnen zijn. Voor hen en hun dierbaren steken wij een kaars aan en houden een moment stilte, een moment voor onze eigen gedachten. Dank u wel!..
..Vanmiddag is het Martinusdag en dat willen wij vieren. Je mag toch blij zijn dat je vrijwilliger bent en iets kan en mag betekenen voor de medemens. Zeker als we even stil staan bij gebeurtenissen van de afgelopen week. Is een vrij-williger nog wel vrij om te doen wat hij of zij goed vindt? Mag je dan niet je medemenselijkheid uiten in welke vorm dan ook? Ik denk dan dat het vieren van deze Martinusdag een uiting is welke betekenis vrijwilligers voor onze geloofsgemeenschap voor onze samenleving.
Tot zover deze speech van Han. Onderstaand een aantal foto’s, waarop een aantal vrijwilligers op staan en aandachtig luisteren naar Han van Schagen
Beste mensen, we gaan verder met deze Martinusdag nadat ik jullie nogmaals allemaal bedankt heb voor jullie inzet in het afgelopen jaar. Dank voor jullie bijdrage van het lekkers bij de koffie, thee en borrel. Ontmoet en geniet nog lekker verder.”